Middeleeuwse dwangburchten van West-Friesland en Alkmaar |
[Home][Kaart][Introductie][English ][Burchten/kastelen chronologie][Overige objecten][Artikelen][Pre-Hollandse periode][Gegevens- en bronnen] |
[Terug naar inhoud artikelen] [Home] |
Na het manuscript 'Tymmerage bij him gedaen anden slote tot medebliec 1438/1444' (voor het gemak afgekort met Tymmerage) is er nieuw document tevoorschijn gekomen van 110 jaar later, een inventarisbeschrijving van het kasteel van Medemblik uit 1554. Dit document is bij ons onder de aandacht gebracht door amateurhistoricus Peter Swart uit Hoorn in 2010. Dit document is getiteld 'Medemblyck geinventarieert in Julio LIIII' en bevindt zich in het Noord-Hollands Archief (noot 1) en was, voordat het in het archief terecht kwam, was het particulier bezit.
Dit geweldige manuscript, dat op de vooravond van de tachtigjarige oorlog (1568-1648) is geschreven, korten we voor het gemak af tot 'Inventarys'. Dit document is feitelijk een kopie-afschrift met veel interessante informatie met betrekking tot de geschiedenis van het kasteel. Er zijn onmiskenbare raakvlakken met Tymmerage, maar met enige verschillen in naamgeving en functionaliteit van de diverse ruimten en torens van het kasteel. Eveneens zien we een veranderend militaire beeld op basis van het gebruik van zware vuurwapens (noot 2). Inventarys is opgesteld tijdens het kasteleinschap van Cornelis van Rijswijk (†1586).
Dit artikel geldt als een aanloop tot verdere publicaties.
Anonieme tekening, ca. 1600), uitsnede: 'Beleghering der stadt Medenblick----Anno 1588'. De stad Medemblik tijdens de belegering van Maurits. Op de kaart is de gehele omsingelde stad te zien. (Amsterdam, Rijksmuseum, obj. nr.: RP-T-00-3602).) |
Fragment van de kaart hierboven. Waarschijnlijk de enige bewaarde afbeelding, waarop het kasteel van Medemblik in volle omvang is te zien. Opvallend is de hoge toren met spits, de forse hoofdpoort en de lage weermuur aan de noordzijde van het kasteel. (Amsterdam, Rijksmuseum, obj. nr.: RP-T-00-3602). |
Ter vergelijking zijn op de onderstaande plattegrond de diverse onderdelen van het kasteel, zoals deze in 'Tymmerage' zijn genoemd, aangegeven. De bijbehorende nummering zal ook voor het gemak verder in dit artikel worden gebruikt.
|
|
Een schematische reconstructie van de plattegrond van het kasteel in Medemblik ten tijde van het groot onderhoud van 1438-1444. Dit is een interpretatie van de auteurs aan de hand van 'Tymmerage'. De plaats van de trap en ingang van het gebouw, tussen nr. 10 en 9, is gebaseerd op 17e en 18e eeuwse afbeeldingen. De Grote Zaal nr. 9 verwijst evenwel naar de huidige 'Ridderzaal' van het kasteel. Nr. 11 (Blauwe Kamer) is een uitbouw van de 14e eeuw. Het met blauw aangegeven gedeelte is de uitbouw (kledingopslag), zoals deze in 'Tymmerage' uitgebreid is beschreven. (Afbeelding: Ben Dijkhuis) |
"...Thans was ik zonder kostwinning en, - zonder geld! - o Mijn dierbaare Thomas! van hoe veel nut was mij toen uwe Wijsgeerte, die gij zo menigwerven lachende te hulp riept, wanneer gij geen stuiver in uw zak, en geen brood in uw botterij47 had! ...."
noot 47 brood in de provisiekamer; oorspronkelijk betekent 'botterij' bottelarij, de plaats waar de drank bewaard wordt.
(Bron van deze tekst: www.dbnl.org/tekst/paap004mijn01_01/paap004mijn01_01_0014.php#164)
In het manuscript, wordt direct achter 'In dopperste soldere boven de stove' het volgende gemeld: 'In den anderen thoorn boven die brouwerye' en 'noch op dopperste soldere vanden selven thoorn'. Hieruit kunnen we concluderen zich twee torens boven de brouwerij bevinden, dit zijn de westelijke vierkante toren op de verdieping waar zich het hiervoor genoemde oventje zich bevindt en de 'anderen thoorn'. Gezien de westelijk positie, bevond zich direct onder de Zaal de brouwerij. In 'Tymmerage' werden in dit verband dezelfde twee torens genoemd: de 'Grote Bottelarijtoren' en 'Kleine Bottelarijtoren' en een kelder genaamd 'Bottelarijkelder' onder de Zaal. De 'anderen thoorn' in 'Inventarys' is elders in het manuscript omschreven onder de kop 'Inde brouthoren'. Dit betekent dat de naam van 'Grote Bottelarijtoren' in Tymmerage nu met 'Brouwtoren' identificeerbaar is. De kelder onder de zaal en keuken: 'Inde kelder onder de zaele en coecken', zoals we hebben gezien, een onderdeel van de brouwerij, werd volgens het document ook als opslag van bouwmateriaal gebruikt, zoals kalksteen, en een rol loodplaat, Rijnse leien en stijgermateriaal, die diverse reparaties aan het slot dienende. Het is overigens niet uitgesloten, dat tijdens de tijd van Tymmerage er reeds een brouwerij in het kasteel aanwezig was, in combinatie met de bottelarij.
'In een camerken onder den casteleyns camer' (onder nr. 11),
'Inde kelder onder de capelle camer' (onder nr. 10).
De locaties van de 'wynkelder' en 'bierkelder' zijn lastiger vast te stellen. De aanwezigheid van een 'bierkelder' is in Tymmerage beschreven. Men zou verwachten, indien de wijn-consumptie uitsluitend voor de kastelein is weggelegd, dat de wijnkelder gemakkelijk bereikbaar zou moeten zijn vanaf zijn domein (ergens in de ruimte onder nr. 10 zou dan een mogelijke optie kunnen zijn). De bierkelder kan tevens in verband met de brouwerij worden gebracht. Hierbij vallen we nog even terug op de opmeting uit 1881, waarin is gebleken dat het souterrain in twee delen was opgesplitst, een westelijk en een oostelijk deel, waarbij het laatste onder het 'Slotvoogds kwartier' was gesitueerd. Als deze situatie sinds 1554 niet veranderd was dan is het aannemelijk dat de wijnkelder, mogelijkerwijs onder kamer nr. 10 waren gesitueerd.
De zuidwestelijke Brouwtoren (nr.1) is reeds genoemd, evenals de vierkante toren met de oven (nr. 2). De toren met de gevangenis wordt genoemd in de kopjes: 'In de gevangenisse' en 'Inde thoorn boven den gevangenisse', hierin bevond zich een blok of 'stock' waarin een gevangene gezet kon worden. De term 'stock' wordt ook toegepast in 'Tymmerage', maar dan als gevangenis.
Er is bewijs dat de gevangenis, evenals bij Tymmerage zich in de zuidoostelijke hoge hoektoren bevond. Niet, zoals eerder gedacht op de plaats waar zich het huidig cachot bevindt. De reden is de noodzakelijke grootte van de ruimte boven de gevangenis. De ruimte boven de huidige gevangenis in de zuidelijke vierkante toren is te klein en bovendien onpraktisch om een lang kanon en ook nog eens een bedstede te plaatsen. De omschrijving 'toren boven de gevangenis' doet het meest recht aan de situering op de bovenverdiepingen van de zuidoostelijke toren. Het is voorstelbaar dat er een kanon zich geheel bovenaan, voor de kanteling staat opgesteld en een bedstede in een ruimte boven de gevangenis.Het waaktorentje. Het valt af te leiden dat dit dezelfde toren is als de huidige gevangenistoren (nr. 8). Ten tijde van 'Inventarys' had deze zuidelijke vierkante toren, volgens twee beschrijvingen, een andere functie: 'In een waeck thoorentken' en 'Op de waecthoorn boven themelryck'. De positie van de zolderkamer 'hemelryck', is reeds min of meer vastgesteld, zo nu ook de 'waecthoorn' aan de zuidkant. De andere, westelijke, kleine vierkante toren (nr.2), werd zoals hiervoor reeds gezegd, vermoedelijk genoemd als 'stove' en de twee ruimten daarboven.
De Monnikentoren (nr. 5), treffen we voor wat betreft de naam in zowel Tymmerage als Inventarys aan: 'Inde monneken thoorn', hierin trof men niets anders in dan een oude kapotte bedstee.
Nieuw in deze is de Kruittoren, omschreven in 'Inde cruythoorn'. Als het voorgaande klopt, dan blijft er maar één optie voor de lokatie over. Zeven van de acht torens zijn hiervoor geïdentificeerd, behalve de zuidwestelijk hoektoren, die in Tymmerage 'Molkentoren' (nr. 3) wordt genoemd. Dat deze Molkentoren werd gebruikt als opslag van kruit en munitie is begrijpelijk, omdat deze zo ver mogelijk van de woonvertrekken was gesitueerd. Deze toren en de toegangspoort (nr. 4) werden, na het verdwijnen van de militaire functie van het kasteel in 1591 geslecht.
Keyzerlyke Majesteit | Keizer Karel V (1500-1558), koning van Spanje. Werd na zijn dood opgevolgd door zijn Filips II (1527-1598). |
Getuigen van de Spaanse tijd in het kasteel? In het stadsmuseum van Medemblik liggen deze twee zogenaamde Spaanse amforen uit het afval van het kasteel. Het is bekend dat tijdens de restauratie een afvalput in het kasteel was (in de zuidelijke vierkante toren). Deze amforen zijn in scherven gevonden, netjes gelijmd en geschonken door de dhr. M. Weel en dhr. ds. Hoogendoorn aan de oudheidkundige vereniging (OKV) 'Medenblick'. Volgens dhr. M. Bartels van Archeologie West-Friesland zijn dit 17de eeuwse amforen, afkomstig uit Sevilla. Volgens het opschrift bij de stukken 16de eeuws. (Bron OKV: dhr. T. Pronk)(Foto's: Ben Dijkhuis). | |
Wapen van Saksen Bron: Wenen: Haus-, Hof und Staatsarchiv, Maximiliana 40, fol. 246 | "Noch acht hantbussen off donderbussen met het wapen van Sassen gedruct opte zijde vande laeden". Het wapen van Saksen, ongetwijfeld betrokken op hertog Albrecht III van Saksen (1443-1500), destijds stadhouder van de Nederlanden onder de Habsburgse periode onder Maximiliaan I. |
falconet | Falconet of valkenet, een licht kanon of geschutstuk. Kartouwen waren de voornaamste geschutstukken, die schoten een kogel van 48 pond (incl. 24 pond buskruit), een bastaard schoot 36 pond, een middelbare 24 pond en een falconet 1-2 pond. Het schotbereik met ca. 250 g buiskruit van een falconet was zo'n 1500 m. Het wapen zelf woog 200-500 kg. |
Een falconet voor het stadhuis van Enkhuizen. Deze bezit het wapen van Karel V en dateert rond de tijd dat de inventarisatie plaatsvond. Deze afbeelding geeft een aardige vingerwijzing naar de falconet dat in Inventarys wordt genoemd. (Foto's: Jantine Leeflang). | |
haeck(en) | Haakbus(sen). Een primitief geweer die zijn opmars in de 2e helft van de 15e eeuw had. Een haak was een toevoeging aande bestaande donder- of handbus. Men onderscheidde halve, hele en dubbele haakbussen. |
serpentyn | Serpentijn of slang, was er al in de 14e eeuw. Het was aanvankelijk de aanduiding van een handvuurwapen (handbus, voorloper van de musket) met een lange vuurmond. In de 16e eeuw kregen zij diverse namen naar gelang hun afmetingen. IJzeren, koperen, hele, halve en kwartierslangen kwamen voor. Ze schoten zowel kogels als gewone pijlen, vuur- of brandpijlen en brandkogels. Deze wapens waren door hun lengte en geringe dikte ideaal bij toepassing bij nauwe schietgaten. |
steenbusse, camers | Steenbus, één van de oudste kanonnen, waarmee o.a. stenen kogels werden afgevuurd. Kamers zijn verpakte ladingen voor de toenmalige kanonnen. |
Diverse kogels in het stadsmuseum van Medemblik, waaronder musket- en kanonskogels. De meesten van steen. (Foto: Ben Dijkhuis). | Een kanonskogel die tijdens baggerwerkzaamheden in de 20e eeuw uit de slotgracht van het kasteel van Medemblik is opgevist. (Foto: Bernd Ooijevaar) |
Voor wat betreft de kogels op de afbeelding links kreeg ik het volgende antwoord van dhr. Willemsen, conservator van het Nationaal Militair Museum: "Stenen kogels zijn zowel door vuurwapens als door werpwapens gebruikt; het is dus lastig het onderscheid hierin te zien. Ze waren voor kanonnen zeker nog in 1588 in gebruik, dus het valt niet uit te sluiten dat ze van de genoemde slag*) afkomstig zijn. Precies rond deze tijd kwamen ook de ijzeren kogels in zwang voor geschut. Of het metalen projectiel een mortiergranaat ("bom") is, kan ik op de foto niet zien. In dat geval zou deze hol moeten zijn zodat er buskruit in kan en moet er een gat in zitten voor een houten prop. De kleinere kogels kunnen van lichte kanonnen of draaibassen afkomstig zijn die bijvoorbeeld op vestingmuren en schepen waren gemonteerd. Overigens zal een vesting als in Medemblik altijd ook een voorraad munitie voorhanden hebben gehad, die ook op andere tijden rond de zeedijk terecht gekomen kunnen zijn". *)Slag om Medemblik door het leger van prins Maurits in 1588. | |
gaffel | Gaffel, een hooivork |
scapraye, schrapaye | Schapperij of schap. Een rek om potten en pannen in te zetten |
berdt | Legbord, b.v. hangberden in de wijnkelder |
wip | Blijkbaar het werktuig waarmee men de melk van het vet scheidde (karnen) |
drieffachter | Betekenis niet achterhaald. Hierin zien we het woord 'drief' van 'drijven'. Wellicht een drietandig steekwapen. Het object was voorzien van een sparrenstam. |
block met een rolle, coerde | Katrol en touw |
vuurpan | Met kokend pek of kokende olie gevulde pan, als verdedigingsmiddel of pot of pan, gevuld met een vlammende, lichtverspreidende stof (b.v. olie), dienend ter verlichting van een vertrek of op straat. |
Object in Inventarys | Vergelijkend object in Tymmerage |
Zaal | Zaal (nr.9) |
Kapelkamer | Grote kamer (nr.10), voorzien van altaar |
Kasteleins kamer | Blauwe kamer (nr.11) |
Rode kamer | Nieuwe Garderobe (nr.12) |
Brouwerij | Bottelarij (onder de zaal nr.9) |
Brouwtoren, toren boven de bottelarij | Grote bottelarijtoren (nr.1) |
Vertrek met een zgn. 'stove'(?) | Kleine bottelarijtoren (nr.2)? Dit is niet zeker. Sommige prenten van het kasteel tonen ook bijgebouwtjes bij het kasteel, het is daarom niet onmogelijk dat ook hier sprake van is. |
Waaktorentje boven het hemelrijk | Onbenoemd |
Gevangenis, toren boven de gevangenis | Gevangentoren, Vangentoren (nr.7) ook: 'Smitse toren' of Smederijtoren |
Monneken toren | Monken toren (nr.5) |
Oude poort | Oude poorthuis (nr.6) |
Poort | Nieuwe poorthuis (nr.4) |
Korenzolder | Zolder boven de zaal (nr.9) |
Kruittoren | Molkentoren (nr.3)? Dit is niet zeker. Sommige prenten van het kasteel tonen ook bijgebouwtjes bij het kasteel, het is daarom niet onmogelijk dat ook hier sprake van is. |
Ben Dijkhuis, Bernd Ooijevaar, 05 augustus 2011 (Revisie door Ben Dijkhuis 20 augustus 2020)
©2011-2020.
Geraadpleegde bronnen en literatuur:
(Lit. 34, J. de Vries)
(Lit. 154, Noord-Hollands Archief)