Diverse artikelen met betrekking tot de West-Friese dwangburchten en kastelen
Overblijfselen van het Kasteel te Medemblik
Opmetingen in 1881
Door Ben Dijkhuis (augustus 2011)
(Revisie 18-06-2020)
Inleiding
Ter voorbereiding van de grote restauratie van het kasteel, dat van 1890-1897 onder leiding van Van Lokhorst, had plaatsgevonden, liet men in eerste instantie het slot nauwkeurig bouwkundig opmeten. Het was tenslotte belangrijk om de staat van het kasteel van dat moment, goed in kaart te brengen, alvorens men de werkzaamheden grootscheeps kon aanpakken.
De toestand van het gebouw was bouwvallig. Het noordelijke deel was reeds aan het einde van de 16e eeuw ontmanteld, waarna ook de laatste restanten zijn verwijderd. In 1857 werd het slot aan de oostkant gesloopt, met name de Oosterpoort, de overgebleven restanten van de oostelijke vierkante 'oude poorthuis', de zuidoostelijke ronde toren en enkele muurresten.
Context
In 1887 schreef G.J. Gonnet, archivaris van de provincie Noord-Holland, in opdracht van de commissaris van de koningin van Noord-Holland een verslag over de toestand van het kasteel 1. Hierin zijn veel gebreken beschreven:
- Afbrokkelende, gescheurde en verzwakte muren door het gebrek aan onderhoud
- Slechte daken, ontbreken van goten
- Nodeloze en onoordeelkundig aangebrachte inwendige veranderingen
- Gebrekkige en gevaarlijke stookinrichtingen
- Gebroken ruiten
- Boven in de zuidtoren, bevindt zich een gevangenhok
- Een wapenrek en oude verwaarloosde wapenuitrusting in de Burchtzaal
- Een slechte kopie van het portret van koning Radboud
2(Lit. 157)
Enkele jaren voordat Gonnet zijn verslag maakte, werd het kasteel in 1881 bouwkundig opgemeten. Hierin zijn de functies van de ruimten op de 'begane grond' aangegeven. Deze functies herinneren zich aan de tijden van weleer, hoewel het niet controleerbaar is of deze naamgeving authentiek is of dat deze door de betrokkenen bij de restauratie gefantaseerd zijn. Deze naamgeving wordt overigens, ook tegenwoordig nog grotendeels toegpast.
|
De zuidzijde van het kasteel rond 1880, een schilderij van Nicolaas Bastert (1854 - 1939). De context met betrekking tot de omgeving is hier prachtig uitgewerkt. Met vriendelijke permissie van het Stedelijk Museum in Amsterdam (A2183) voor het ter beschikking stellen. Voor een meer gedetailleerde vergroting in zwart-wit kunt u terecht op de website van het Geheugen van Nederland. |
|
|
Tekening uit ca. 1890 vanuit het zuidwesten. Op voorgrond de hoek waar zich de zuidwestelijke toren bevond. De sporen van de oude boogvensters van uit de tijd dat het slot als kerk werd gebruikt zijn hier duidelijk zichtbaar. (A. Weissmann, 1858-1923). |
Een opmetingstekening uit 1881 met als titel: 'Opstand ten zuiden'. (Nationaal Archief, Archief Rijksgebouwendienst, 917.4) |
|
Fragment uit de kadastrale kaart van ca. 1825 van Medemblik, met het kasteel. Aan de oostkant (rechts), de grachtzijde, ziet men helemaal bovenin de intekening van de in 1857 gesloopte Oosterpoort, alsmede de daarbij gesloopte restanten van de vierkante en ronde toren, die in de oude stadswal waren geïntergreerd. Eveneens zien we dat in ca. 1825 de zuidwestelijke toren reeds verwijderd was. Bron: Beeldcollectie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE): Kadastrale kaarten. |
De onderstaande tekening van het souterrain ('Plan van de kelders') en de begane grond ('Plan van de bovenverdieping'), met als titel 'Overblijfselen van het Kasteel te Medemblik. Opgemeten in 1881' toont een aantal aangebrachte kenmerken. Dit zijn jongere muurconstructies die gearceerd zijn aangegeven. In de zuidelijke toren bevinden zich toiletten. Men ziet diverse betimmeringen van kasten(?) en voor het opdelen van de verschillende kamers. In de kamer naast de grote zaal (burchtzaal) is het cassettenplafond aangegeven, evenals een trapportaal. In de tekening zijn verder drie ingangen naar de 'begane grond' aangegeven: aan de westelijke toren, de westelijke en aan de noordelijke muur. Er zijn slechts twee toegangen aan de buitenkant van het gebouw naar de kelderruimten. Tussen het westelijk en oostelijk deel van het 'Plan van de kelders' blijkt geen doorloop te zijn, dit duidt op een scheiding van twee delen van het souterrain. Wellicht waren zij vanuit de verdieping erboven bereikbaar. Verder zijn, inzake het 'Plan van de bovenverdieping' de volgende opmerkingen met potlood bijgeschreven:
- muur dik 0,70 (bij de toren)
- bergplaats, hoog onder de zoldering 3,30', sleutelstuk, moer- en kinderbalken (het oostelijke kamer van de ruimte die later concierge-woning werd)
- zonder plafond circa 60 cm lager dan de zoldering (het westelijke kamer van deze ruimte)
- hoekgat (naast de noord-ingang)
- aan de noordzijde is van drie van de vijf sleutelstukken vermeld dat zij nog aanwezig zijn, twee (de meest westelijke) zijn hier verdwenen 3; aan de zuidzijde geldt dat voor twee oostelijke balken, de sleutelstukken van de twee westelijke balken zijn weg (balken van het plafond in de kamer naast de grote zaal)
- 'digt' en 'open' (vensters in de grote zaal bij de schouw)
(Lit. 156)4
|
Tekening van de opmeting uit 1881. Boven, het 'Plan van de bovenverdieping' en onder het 'Plan van de kelders'. (Nationaal Archief, Archief Rijksgebouwendienst, 917.3) Klik hier voor een grotere afbeelding. |
Naamgeving van de functionaliteiten
Uit een andere tekening van dezelfde opmeting uit 1881, treft men een plattegrond van het kasteel aan. Hierop zijn kenmerken aangegeven die betrekking op de ontmanteling in de 16e eeuw hebben. Hiervoor was in 1578 toestemming verleend en blijkens de gegevens pas ergens tussen 1588 en 1599 uitgevoerd. Dit werd gevolgd door vernieling en sloop tijdens een volkstumult in ca. 1608 (zie het artikel Rampspoed in de 16e eeuw). In de tekening lezen we:
- Ontmanteling 1578 5 -
- - en Volksbaldadigheden tijdens Sonoÿ (noordzijde)
|
Tekening van de opmeting uit 1881: Grondplan van het Kasteel Medemblik. De rode letters zijn ter verduidelijking door de auteur (BGD) toegevoegd. (Nationaal Archief, Archief Rijksgebouwendienst, 917.3) Klik hier voor een grotere afbeelding. |
De volgende functionaliteiten zijn in de tekening gegeven:
- A: Ridderzaal
- B: Toren
- C: Burchtzaal
- D: Portaal
- E: Gotische schoorsteenmantel
- F: Gevangenistoren
- G: Toren (op dat moment afgebroek en in 1895 tijdens de restauratie herbouwd
- H en H1, H2: Slotvoogds kwartier
- J, K en L: Toren en -restanten, niet meer bestaand sinds 1857
(Lit. 156)4
Kruisverwijzing naar andere manuscripten
Zoals gezegd is het niet zeker of de naamgeving hierboven authentiek is of dat men zich door fantasie heeft laten leiden. Om hier enig inzicht in te krijgen, is het misschien nuttig een vergelijking van de functionaliteiten van de diverse ruimten te maken. Dit doen we met gegevens uit de oudere manuscripten Tymmerage 1438 en Inventarys 1554.
Tymmerage (1438-1444) |
Inventarys (1554) |
Opmeting (1881) |
In de huidige tijd |
Molkentoren |
Kruittoren (?) |
eind 16e eeuw afgebroken |
in 1938 deels opgemetseld |
Nieuwe Poorthuis |
Poort |
eind 16e eeuw afgebroken |
- |
Monkentoren |
Monnekentoren |
volledig vergaan en verwijderd |
- |
Oude Poorthuis |
Oude Poort |
gesloopt in 1857 |
- |
Gevangen toren/Smitse toren |
Gevangenis/toren boven de gevangenis |
gesloopt in 1857 |
- |
Onbenoemd |
Waaktoren |
Gevangenistoren |
Gevangenistoren - Waaktoren (sinds 2020) |
Grote Bottelarijtoren |
Brouwerijtoren |
voor 1825 afgebroken en in ca. 1895-1897 weer opgebouwd |
'Ronde Toren' - Bottelrietoren (sinds 2020) |
Kleine bottelarijtoren |
'Stove' of ovenruimte + bovenverdiepingen |
Toren |
'Westtoren' |
Zaal |
Zaal |
Ridderzaal |
Ridderzaal |
Grote Kamer |
Kapelkamer |
Burchtzaal |
Burchtzaal |
Blauwe Kamer |
Kasteleins kamer |
Slotvoogds kwartier |
Wapenzaal - Blauwe Kamer (sinds 2011)- Casteleinskamer (sinds 2020) |
Garderobe (Nieuwe Wardereube) |
Rode Kamer |
Slotvoogds kwartier 1,2 |
Concierge-kamer - Wairde reube (sinds 2020) |
Vanuit deze tabel wijkt de benaming Burchtzaal erg sterk af. Interessant is de blijkbaar plausibele connectie tussen de Rode en Blauwe Kamer en het verblijf van de kastelein (Kasteleins kamer/Slotvoogds kwartier). De Wapenzaal is kennelijk later zo genoemd, omdat men er vanuit is gegaan dat de schutterij gedurende de 17e eeuw, daar zijn wapenopslag had.
Daarnaast valt op te merken dat de kelders onder de Blauwe Kamer en Burchtzaal niet in open verbinding stonden met de rest van de kelders van het slot. Hieruit zou men voorzichtig kunnen concluderen, dat de kelderruimten onder het kasteleinsverblijf louter door kastelein betreden kon worden.
Er is bewijs dat de huidige gevangenis in de vierkante zuidtoren veel later in gebruik is genomen, gezien de gekerfde inscripties in de houten wanden van het cachot. Deze dateren van eind 18e, begin 19e eeuw. Daarnaast zien we op 18e eeuwse prenten dat de zuidoostelijke hoektoren, die daarvoor als gevangenistoren diende, al zo sterk in verval was, dat de veiligheid kennelijk niet meer gegarandeerd kon worden.
Voetnoten:
1. Nationaal Archief, Archief Ministerie van Binnenlandse Zaken, afd. Kunsten en Wetenschappen, 1135
2. Dit schilderij kreeg later een plaats in het gemeentehuis van Medemblik, daar het origineel verloren was gegaan. Zie hiervoor inzake het artikel Een portret van koning Radboud in Medemblik
3. Een sleutelstuk of slof is een langwerpig plat stuk hout, dat ter ondersteuning onder de kop van een balk is aangebracht. Een sleutelstuk komt vaak voor onder een draagbalk, waarvan de kop in een stenen muur zit. Onder invloed van vocht is deze kop vaak verzwakt. Door een sleutelstuk aan te brengen behoeft niet de gehele balk vernieuwd te worden.
4. Nationaal Archief, Archief Rijksgebouwen Dienst, 917.3
5. De toestemming van de ontmanteling was reeds in 1578 gegeven, maar is pas in de periode 1591-1594 uitgevoerd.
Geraadpleegde bronnen en literatuur:
(Lit. 157, E. Vink, I: p. 26,27, IV: p. 3-5)
[Home]