Middeleeuwse dwangburchten van West-Friesland en Alkmaar |
[Home][Kaart][Introductie][English ][Burchten/kastelen chronologie][Overige objecten][Artikelen][Pre-Hollandse periode][Gegevens- en bronnen] |
[Terug naar inhoud chronologie] [Home] |
Een variëteit aan diverse kloostermoppen en delen ervan, die in een deel van de muur van het kerkje van Schellinkhout zijn aangetroffen. |
Het kasteel te Wijdenes was in 1296 zodanig verwoest, dat men van een totale vernietiging kan spreken.
Melis Stoke, de 'clerc' van de graaf over het kasteel van Wijdenes:
Het is aannemelijk dat een deel van de overgebleven resten aan hout en steen zijn afgevoerd voor hergebruik. Een deel van de bakstenen (kloostermoppen) die hierbij vrijkwamen werden waarschijnlijk, gezien de hoge gebruikswaarde, opnieuw aangewend voor andere bouwobjecten. Eén van de mogelijke opties, waarbij de stenen zijn hergebruikt is het middeleeuwse kerkje van Schellinkhout en te kertoren van Hem. Juist doordat de vernietiging van het slot en de afbraak van de resten zeer grondig heeft plaatsgevonden, bestaat er nog steeds geen absolute zekerheid over de plaats waar de burcht heeft gestaan. Desondanks gaat men er tegenwoordig vanuit dat de locatie op de bodem van het Markermeer is. Het ligt niet voor de hand dat een eventuele aanwezigheid van een walstructuur, na zevenhonderd jaar op de bodem van het Markermeer valt te lokaliseren.
De herinnering aan het kasteel is in de naam van het landgoed, waarmee het huis van Wijdenes in verband wordt gebracht, bewaard gebleven. De alleroudste vermelding, slechts 35 jaar na de vernietinging, is een leentransport van 15 juli 1331 onder graaf Willem III, onder de naam 'Hofland':1 , 2
"Wi Willaem grave etc. maken cond etc. dat wi dat hofland legghende int ambocht van Wedenesse, dat Pieter Zuen zone van te houdene plach te liene, verliend hebben Wibrand ziene soon van ons te houdene ten rechten liene | In orkonde etc. Ghegheven in den Haghe des manendaghe na sente Magrieten dach int jaer van xxxi."
Het manuscript van het leentransport uit 1331. |
In 1346, stond het onder de naam 'Hofweide' geregistreerd. In latere rekeningen weer onder de naam 'Hofland'.
Inzake Wibrand Pietersz. van Hem (1346):3 , 4
"Inden baliuscap van Medemliec.
Jtem Meynart Oveken soon van Horne een huys ende een hofstede in Horne dat beleghen heeft an die zuytside Clays Jan Roeden soon ende an die nortside Amelgheers erfnamen.
Jtem een schuere in een tuninghe die beleghen heeft an die zuytside, Ebel vander Kerve, ende an die nortside, Everaert Meynarts soon. Ende op dese selve hofstede sal hi vertymmeren xx. ? grote, hi heeft brieve (alst) als hi seyt.
Jtem Wybrand Peter soon van Hem .j. stic lands dat gheheyten is die Hofweyde in Widenesse."
J.C. Kort omschreef het betreffende leen (mogelijk een herinneringsdocument) als volgt: "Het Hofland (1346: de Hofweide) in Wijdenes, (1447: waarvan 7 morgen, oost: de Gaag van Wijdenes5, west: kinderen Jan Pieter Jansz., noord: Evert Immenz., zuid: de zeedijk, en 2½ morgen rietland daarvoor buitendijks, dat geheel verdolven6 is). (Lit. 72a)
Het manuscript van het leen uit 1447. |
Voor meer uitgewerkte informatie over de 'Hofweide' van Wijdenes, verwijs naar het artikel: Reconstructie van de positie en omvang van het Hofland te Wijdenes (met betrekking tot de ligging van het kasteel).
In 1331 werd de leen 'Hofweide' overgedragen, na de dood van zijn vader: Pieter Suwenzoon, aan Wibrand Pieterz. Omdat deze leen erfbaar was (rechtleen), ging deze uitsluitend over van vader op zoon. Jan Wibrandz. (die zelf drie zoons had) wilde het stuk land wel verkopen. Daarvoor was toestemming nodig van hertog Albrecht van Beieren (op dat moment graaf van Holland). Omdat de aspirant koper: Jacob die Wale geen zoon zou krijgen, speculeerde Albrecht er op dat het stuk land uiteindelijk hem zou toekomen. Hierop beleende Albrecht de Hofweide aan Jacob die Waele (Jacob de Waal). (Lit. 5)8 , 9.
Ondanks de wens van Albrecht bleek Jacob de Waal uiteindelijk wel nageslacht voort te brengen!
In 1598 overleed de laatste erfgenaam van Jacob: mr. Frans de Waal, waardoor de Staten van Holland beschikking over Hofland kregen. (Lit.5)
Groesbeek zegt dat daarna geen aanwijzingen meer rond de Hofweide zijn gevonden. Toch blijkt dat op oude kaarten uit 17e en 18e eeuw toch melding wordt gemaakt van: 't Hofland en Huys van Wydenesse.
Zegel van Jacob de Waal (1479). |
Geraadpleegde bronnen en literatuur:
(Lit. 5, J.W. Groesbeek, p. 310, 311)
(Lit. 72a, J.C. Kort, p. 741, 742, 755, 756)
(Lit. 74, M. Thierry de Bye Dolleman, p. 234,135)