Middeleeuwse dwangburchten van West-Friesland en Alkmaar |
[Home][Kaart][Introductie][English ][Burchten/kastelen chronologie][Overige objecten][Artikelen][Pre-Hollandse periode][Gegevens- en bronnen] |
[Terug naar inhoud artikelen] [Home] |
Geertruid Pieter Brouwers uit Amsterdam zat gevangen in de Nieuwburg. Ze was bij vonnis van leenmannen, in nabijheid van de schout veroordeeld tot een geldboete omdat ze was beschuldigd van knoeierijen in een schepenacte van Ursem. Desondanks ontkende ze de verkoop en beschuldigde de schout van valsheid in geschrifte omdat hij een valse acte opgemaakt zou hebben. Omdat dit een belediging van het openbaar gezag was, kreeg zij een boete. De baljuw was bang was dat zij de benen zou nemen zonder te betalen. Voor de zekerheid liet de baljuw haar opsluiten in de gevangenis van de Nieuwburg. Ondanks deze niet benijdenswaardige positie, genoot ze toch wel veel vrijheid. Ze moest wel haar slaapkamer delen met een Vlaming, een zekere Bouwen Willemz. die Geertruid moest bewaken...
In de kamer stonden twee bedden: een groot bed, waarin Geertruid sliep en een kleinere die was toebedeeld aan Bouwen. Als de bewaking het toeliet kon Bouwen af en toe een dutje doen.
Misschien had Bouwen te veel naar Geertruid gekeken, waardoor hij opgewonden raakte, want op een avond, toen Geertruid al in bed lag kwam hij bij haar en vroeg of hij haar hand mocht vasthouden. Hoewel hij schaars gekleed was, kreeg hij toestemming daarvoor. Maar deze toestemming vatte Bouwen verkeerd op: hij wilde zelfs bij haar slapen. Dat vond Geertruid te ver gaan. Er ontstond een luide woordenwisseling.
Door dit tumult werd de kinderjuffrouw wakker, die samen met de kinderen van de baljuw in de slaapkamer ernaast sliep. Zij snelde naar de kamer waar het lawaai vandaan kwam en sommeerde Bouwen om in zijn eigen bed te gaan slapen. Bouwen wilde dat niet. De kinderjuffrouw begon Bouwen scherper te bevelen. Maar in plaats van te gehoorzamen, kwam hij op haar af om haar te kussen. Daarop pakte zij de pispot onder het bed vandaan en stond in de aanslag om de inhoud over Bouwen heen te gooien. Reden genoeg voor hem om het onderspit de delven en in zijn eigen bed te gaan liggen.
De kinderjuffrouw stelde aan Geertruid voor om in de kinderkamer de rest van de nacht door te brengen, maar dat wilde Geertruid niet, ze was van mening dat zij haar boontjes zelf wel kon doppen. Toch kreeg zij ter verdediging een mes mee naar bed, maar deze bleek niet nodig, want Bouwen was al in dromenland.
De volgende dag wilde de baljuw optreden tegen Bouwen. Maar dat vonden de beide dames niet nodig en dienden geen aanklacht tegen Bouwen in.
(Lit. 5, J.W. Groesbeek, p. 211)
(Lit. 8, J. Belonje, p. 29, 30, 55, 56