Middeleeuwse dwangburchten van West-Friesland en Alkmaar |
[Home][Kaart][Introductie][English ][Burchten/kastelen chronologie][Overige objecten][Artikelen][Pre-Hollandse periode][Gegevens- en bronnen] |
[Terug naar inhoud artikelen] [Home] |
Nadat de graven van Holland het kasteel Torenburg hadden afgedankt was het in particulier bezit gekomen. Ruim 150 jaar had de familie, die zich Van Torenburg noemde, het kasteel en later het landgoed waarop het kasteel stond, in bezit of in leen gehad.
De stamvader van deze familie was: Barthoud (of Berthout) Van Torenburg, die voor het eerst in grafelijke rekeningen uit 1348-1351 werd genoemd als schout van Schoorl en pachter van tienden, sluizen en de visserijen in de omgeving van Alkmaar.
Barthoud was van oorsprong waarschijnlijk een telg uit het geslacht van Akersloot. Dit blijkt uit het feit dat het familiewapen van de familie Van Torenburg hetzelfde wapen was die door het geslacht Van Akersloot werd gebruikt (deze familie had zich even ten noorden van Heemskerk gevestigd). Dit familiewapen beeldt namelijk een getand molenrad uit. Ook de naam Barthoud kwam veel in de familie van Akersloot voor.
Een andere aanwijzing is dat Gerrit Barthoudz. van Akersloot (nog vóór 1337) door de vrouwe van Voorne beleend werd met de cijns van Heiloo en Boekel.
Toen graaf Willem V in oktober 1353 twaalf mannen uit zes steden aanwees om het land ten noorden van de grens van het toenmalige Noord Holland te besturen, bevonden zich twee lieden uit Alkmaar, van wie er één Barthoud Van Torenburg was.
Het is aannemelijk dat Barthoud omstreeks 1350 al slotvoogd op de Torenburg was.
De Van Torenburg's hadden niet alleen iets met het kasteel of het landgoed te maken, maar waren ook sterk gericht op de stad Alkmaar. Barthoud had op 17 november 1352 een hofstede in de Scoutenstrate. In 1353 trad hij namens de stad op.
Barthoud was in 1358 betrokken bij de moord op de baljuw van Kennemerland en sloeg daarna op de vlucht. Zijn bezittingen werden door de graaf van Holland, hertog Albrecht verbeurd verklaard. Zijn zoon Claas kreeg het kasteel van graaf Albrecht uiteindelijk in leen.
Claas Van Torenburg was tweemaal gehuwd: de eerste keer met Clementia van den Woude in 1371 en daarna (1375) met Heijlwijf, de bastaardzuster van Arend van Egmond.
Claas had vier kinderen, waaronder twee zoons: Hendrik en Jan. Van Jan is bekend dat hij in 1393 vermeld staat als schout van Alkmaar. Hendrik op zijn beurt was getrouwd met Catharina (dochter van Simon Willemz.). Claas werd in 1389 doodgeslagen en Hendrik werd beleend met de hofstede van de Torenburg (1410), alsmede met de cijns van Heiloo, die zijn grootvader Barthoud ooit in bezit had.
Hendrik bekleedde ook regeringsfuncties in Alkmaar. Hij viel in ongenade bij Willem VI en zijn dochter Jacoba van Beieren omdat hij politiek aanhanger was van de "Kabeljauwen". Ook al door het feit dat hij in Gorichem tegen Jacoba had gevochten. Het gevolg hiervan was dat zijn goederen in 1414, door Jacoba, verbeurd werden verklaard. Deze goederen waren gelegen op het grondgebied, waarop eens de Torenburg had gestaan.
Pas nadat de politieke verwikkelingen geluwd waren mocht Hendrik terugkeren naar Alkmaar en werd hij tot schout van Alkmaar benoemd.
Over de dood van Hendrik Van Torenburg zijn de meningen verdeeld. Volgens de Alkmaarse archivaris; C.W. Bruinvis zou Hendrik op Goede Vrijdag 1427 zijn vermoord. Ook E.H.P. Cordfunke noemt dit jaartal. Volgens G.J. Groesbeek vond dit plaats op Goede Vrijdag 1426. In ieder geval werd Hendrik door enkele schippers, die aanvankelijk door hem gevangen waren genomen, in het Payglop te Alkmaar doodgeslagen. Deze moord werd zo hoog opgenomen dat, op 31 augustus van dat jaar, de schuldigen werden uitgesloten van de verzoening met de stad Haarlem.
Omdat Hendrik de rente van 13 pond in 1424 nog in leen had en zoals uit de volgende rekening (1424/25) blijkt dat zijn zoon Claas deze 13 pond krijgt uitgekeerd, is het niet uitgesloten dat de moord reeds in 1424 werd gepleegd.
Claas Hendrikz. Van Torenburg kreeg deze jaarlijkse uitbetaling tot 1439, maar de uitbetaling wordt plotseling gestaakt, omdat hij zijn recht op de 13 pond niet kan bewijzen:
"..overmits gebrek van zinen betoge..". Toch komt deze rente tot 1450 voor als memoriepost, maar wordt daarna definitief geschrapt.
Claas, die ook, sinds 1431, verscheidene keren schout van Alkmaar was, overleed waarschijnlijk in 1453/54 en werd begraven in reguliersklooster De Blinken bij Heiloo.
Zijn zoon Claas Van Torenburg Claasz. kreeg van de heer van Egmond, op 16 december 1454 de leen van het landgoed de Melm te Hensbroek. Claas Claasz. overleed snel hierna. Zijn tante, Christina (Kerstine) Van Torenburg werd reeds op 22 december 1454 beleend met de Melm:"..na de dode van Claes Van Torenburgh haar broederszoon..". En dat niet alleen. Ook de van hofstede van de Torenburg en de cijns van Heiloo kreeg zij in leen. De leen van de van hofstede van de Torenburg was wel gereduceerd van 13 naar 12 pond.
Deze leen van de van hofstede van de Torenburg zou ook in het bezit zijn geweest door haar vader (Hendrik), haar broer (Claas Hendrikz) en zijn zoon (Claas Claasz).
De zoon van Claas: Claas Claasz. Van Torenburg, werd vanwege zijn snelle overlijden opgevolgd door de zuster van zijn vader: Christina (Kerstine). Christina was al vroeg weduwe van Jacob Hugemansz. (ook wel Jacob Hugenzone genoemd). Beide zijn de stamouders van het tweede geslacht Van Torenburg. Ze voerden daarom ook een ander familiewapen.
Christina was al weduwe toen zij op 21 september 1430 een vicarie in Alkmaar stichtte.
Na Christina's dood op 29 maart 1460 werd zij opgevolgd door haar zoon Claas Van Torenburg. Deze was kanunnik bij de Hofkapel in Den Haag. Deze droeg de leen direct over aan zijn broer Adriaan Van Torenburg. De zoon van Adriaan, Claas Adriaanz Van Torenburg droeg het landgoed "Laag Torenburg" over aan Willem van Rietwijk, behalve het deel dat in bezit was van zijn broer Barthoud. De van hofstede van de Torenburg (het stuk land waar het kasteel op stond) werd op 30 maart 1500 door Claas verkocht aan Dirk Sijmonz.
Vanaf dat moment was het landgoed en de van hofstede van de Torenburg niet meer in het bezit van de familie Van Torenburg. Latere generaties speelden een belangrijke rol in het stedelijk patriciaat in de 16e
De ambt van schout van de stad Alkmaar is dus een lange tijd in het bezit van de leden van de familie Van Torenburg geweest.
Genealogie naar Groesbeek | Genealogie naar Cordfunke |
Geraadpleegde bronnen en literatuur:
(Lit. 5, J.W. Groesbeek, p. 221-226)
(Lit. 9, E.H.P. Cordfunke, p. 138-143)