In de prachtige bundels van de verzamelende en rondtrekkende tekenaar Andries Schoemaker vinden we talloze dorpgezichten, kerken en gebouwen getekend7. Het oog viel op een tweetal tekeningen van een "ruïne van het huis Berkhout anno 1642". De tekeningen betreffen hetzelfde gebouw maar uit een andere hoek getekend. Hoewel aannemelijk is, dat de tekeningen die Schoemaker maakte van het Huis Nuwendoorn en het Huis Wijdenes op fantasie berusten, lijkt dit niet op te gaan voor de tekeningen van de ruïne van Berkhout. Het opgegeven jaartal 1642 maakt duidelijk, dat het hier kopieën betreft die gemaakt zijn naar ouder voorbeeld.Het feit dat de ruïne van twee kanten is getekend, wekt sterk de indruk dat er in 1642 iemand is geweest, die de tekeningen ter plaatse vervaardigde. Wellicht was dit R. Roghman, die precies in die periode talloze goede, betrouwbare tekeningen van kastelen en ruïnes maakte. De ruïne toont ons een forse toren met bovenin een rond hoektorentje (arkeltorentje). Tegen de toren is een woonvleugel geplaatst, die tegelijk met de toren zal zijn gebouwd. Voorts zien we een houten aanbouwtje en een stenen gebouwtje. Dit laatste huisje lijkt een onderdeel van het hele complex te zijn geweest, terwijl het houten huisje wellicht later is aangebouwd. Op basis van de twee tekeningen is getracht een plattegrondje te maken. Dit valt geenszins mee, omdat met name het perspectief van de tekeningen te wensen over laat. Hoewel critici de nodige kanttekening zouden kunnen plaatsen bij de wat kinderlijke tekeningen van Schoemaker, mag het geheel toch zeer opmerkelijk heten. De overlevering en het topografisch kaartmateriaal krijgen steun uit een heel andere hoek!
Een onverwachte bevestiging
In de Hoornse kroniek van Velius8, verschenen in 1604, vonden we kort geleden een opmerkelijke vermelding met betrekking tot het bovengenoemde verhaal. Velius weet namelijk te melden dat hertog Filips van Bourgondië in 1426 opdracht gaf tot het bouwen van een kasteel in de Goorn, in het westeinde van Berkhout.
| |
Een fragment uit Velius' Kroniek van Hoorn. Deze passage meldt dat Filips van Bourgondië opdracht geeft tot het bouwen van een kasteel in de Goorn. (Klik op de afbeelding voor een vergroting. (Collectie: Bernd Ooijevaar) | Reconstructietekening van het grondplan van het Huis Berkhout, gebaseerd op de tekeningen van Andries Schoemaker. (Tekening: Bernd Ooijevaar) |
In de leenregisters van Holland vinden we geen vermelding van dit kasteel. Op zich hoeft dit geen probleem te zijn, het kasteel van Medemblik vinden we bijvoorbeeld ook niet in de Hollandse leenkamer terug. Het kasteel was een grafelijk bezit en werd niet in leen uitgegeven, dit kan ook zo zijn geweest met het huis van Berkhout9. We hebben reeds gezien dat de ruïne in 1642 nog als zodanig bestond. Het is dus goed mogelijk dat Velius tijdens zij leven op de hoogte is geweest van het bestaan van dit kasteel. Het lijkt daarom ook geen toeval dat hij een vrij nauwkeurige plaatsbepaling geeft. De plek die hij aangeeft komt exact overeen met het verhaal van mevr. Hetsen-Fit en wordt, zoals gebleken, bevestigd door divers topografisch materiaal.
Een bezoek aan 'Het Slotje'
Op 18 maart 1998 ontving het West-Fries Archief een brief van de heer K. Ridder uit Rotterdam. De heer Ridder uitte hierin zijn vermoeden van een burcht in de Goorn. Naast gegevens die reeds vermeld zijn in dit artikel haalt hij het volgende aan:
"Pakweg 15 jaar gelden zou men op resten van dit kasteel gestuit zijn tijdens de bouw van het huis van C. Laan te De Goorn".
| |
Detail van de kadastrale minuut: De Goorn 10, 'Het Slotje'. (Bewerking: Bernd Ooijevaar). | Een fragment vensterglas uit de 15e-16e eeuw, dat is aangetroffen op het oude perceel 'Het Slotje'. (Foto: Bernd Ooijevaar) |
Deze interessante passage deed mij besluiten te onderzoeken om welk huis het hier gaat. Al snel werd duidelijk dat het hier het in 1980 gebouwde huis van de familie Co Laan aan de Goorn 10 betreft (Wester-Koggenland, sectie AD nr. 473). Toeval of niet, het huis is gebouwd op het land 'Het Slotje' (ten zuiden van het perceel is een strook land toegevoegd en een deel van het oude Slotje behoord thans tot de buren ten noorden). Van resten van het kasteel tijdens de bouw in 1980 wist de familie niet af maar op de dag dat ik telefonisch contact opnam was de heer des huizes juist op resten gestuit tijdens het plaatsen van een nieuw hekwerk. Op circa 1 meter diepte bevind zich een laag moeilijk te doordringen puin van rode baksteen. Ook op het gehele erf, aan de oppervlakte, zijn veel resten van puin, mortel en aardewerk te vinden. Zeer vriendelijk werd ik door de familie ontvangen en heb tijdens het bezoek een en ander aan archeologisch materiaal bijeen gezocht. Op bijgaand kaartje (in geel aangegeven het oude perceel 'Het Slotje') heb ik de verdachte boring van de heer Co Laan aan gegeven (A).
Uiterst opvallend is de oppervlaktevondst van een fragment vensterglas uit de periode 15e-16e eeuw (B). De onregelmatigheid van het glas maakt het aannemelijk, dat het zeker niet jonger is dan omstreeks 1650. Op circa 50 cm diep werd een stukje leisteen aangetroffen welke niet aan een doorsnee woonhuis uit de late middeleeuwen kan worden toegeschreven (C). Wenselijk is om meer leisteen aan te treffen op het perceel. Het overige gevonden materiaal kan heel goed terug gaan tot de 15e eeuw, maar werd ook in latere eeuwen nog veelvuldig gebruikt. In dit artikel is dit verder buiten beschouwing gelaten. Wel moet nog worden opgemerkt, dat op oude topografische kaarten niets blijkt van bebouwing op deze plek. Heel voorzichtig mogen we er van uit gaan dat het perceel vanaf de 17e eeuw tot 1980 onbebouwd is geweest. Daarom zullen de gedane vondsten waarschijnlijk van voor ca. 1650 zijn.
Conclusie
Vanuit totaal verschillende invalshoeken worden we eenduidig geïnformeerd over het daadwerkelijke bestaan van een kasteel in de Goorn. Wat ons betreft, hoeft er aan het bestaan van het voormalige kasteel niet te worden getwijfeld. Waar het kasteel exact heeft gestaan zal nog moeten blijken. Vooralsnog lijkt de optie van mevr. Hetsen-Fit, namelijk het Slotje, het meest voor de hand liggend. Het perceel is strategisch gelegen, een stukje van de weg af met een brede sloot er voor. Als we kadastrale minuut beschouwen, dan wekt het perceel ook de indruk ooit bebouwd te zijn geweest. Ook de eigenaar omstreeks 1830 geeft enige hoop: 'De Armen Gemeente'. Nog omstreeks 1960 was het Slotje eigendom van 'De Armen Gemeente'. Het is zeer goed mogelijk dat de eigenaar (de grafelijkheid?) het perceel, na het verdwijnen van het kasteel, over heeft gedragen aan de plaatselijke overheid, die zich ontfermde over de minder bedeelden in de gemeenschap. Archeologische indicatoren maken het perceel uiterst "verdacht" en het belang hiervan is inmiddels aangegeven bij de bewoners. Vervolgonderzoek zal moeten plaatsvinden. In de grafelijke archieven te Den Haag is mogelijk een en ander te vinden. Eveneens zal er nauw contact worden onderhouden met de bewoners van het perceel.
Bernd Ooijevaar, 20 maart 2007, revisie: 26 april 2008
(red. Ben Dijkhuis)
©2007-2008
Geraadpleegde bronnen en noten:
- Het Slothuis in Spanbroek stond direct aan het Wijseneinde (met de noordgevel in het water) op de plaats waar thans de BIK-fabriek staat. Achter het Slothuis werd later de houtzaagmolen gebouwd. De huidige Zaagmolenweg, Slotweg en het Slothuys zijn hier naar vernoemd.
- Het Slot te Aartswoud lag ten noorden aan de Slijksteeg (ook wel het Sikkerige-, of Noorder Wuiver genaamd), de verbindingsweg tussen de Schoolstraat en de Zuiderzeestraat.
- Westfries Archief, Oud Rechterlijk Archief Berkhout; bergnummer 4695, fol.171
- Westfries Archief; Oud Archief Berkhout; Toegangsnummer 1322, inv.nr.48
(Met dank aan Jan Peereboom te Berkhout)
- J.C. Kort; Repertorium op de lenen van de abij van Egmond 12e eeuw - 1650; In: Ons Voorgeslacht 1998, blz. 91-92
- J. de Vries en F. de Tollenaere; Etymologisch Woordenboek. (Lit. 34a)
Tevens werd ik er op attent gemaakt dat de Burcht ook kan verwijzen naar een dijk of kade. In die zin moet men denken aan het borgen of veilig stellen van het land welk de dijk of kade moest beschermen.
- Andries Schoemaker; Korte Beschrijving van de oude adelyke huysen deszelfs Ruinen: deftige riddermatige hofsteden: hofsteden en plysier plaatsen gelegen in Westvriesland, Kennemerland, Waterland en 't land van Bloys voor sooverre die noch in wesen syn: nat leven getekent: en hier in een bondeltie bij een gebracht door Andries Schoemaker., 1 deel.; MS Schoemaker KB 78 H 43 (Koninklijke Bibliotheek Den Haag).
- Theodorus Velius; Chronijck van de stadt van Hoorn, daerin des zelven begin, opcomen, en gedenckweerdige gheschiedenissen tot op den tegenwoordigen iaere van 1604 int corte verhandelt en beschreven werden. Alles uyt verscheyden schriften by een versamelt, en in drie boexkens verdeelt door D.D.V.; 1604. (Lit. 102)
Met verwijzing naar Velius schreef Jan Wagenaar (Vaderlandsche Historie...; 3e deel; Amsterdam 1770; blz. 475) over de "sterkte", maar plaatste dat in Hoorn.
A.J. van der Aa (Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden; (14 delen); Gorinchem, 1839-1851) vermeldt in de 1e helft van de 19e eeuw het volgende: Filips de Goede, Hertog van Bourgondië, deed in het jaar 1426 alhier [dat is De Goorn] eene sterkte aanleggen, welke echter later weder vernield werd.
H. Kollis (Uit de historie van Berkhout; Berkhout 1965/1968; blz. 21) haalt eveens aan dat over de Burcht weinig bekend is en voegt toe: Mogelijk is de sterkte in 1517 verloren gegaan, toen Berkhout gebrandschat werd door de wegtrekkende Geldersen.
Het is duidelijk dat deze auteurs, zonder verder onderzoek te hebben gedaan, op elkaar terug grijpen.
(Met dank aan Jan de Bruin, werkzaam bij het West-Fries Archief te Hoorn).
- Repertoria van talrijke lenen vind men in de jaarboeken van "Ons Voorgeslacht". Alle jaarboeken hiervan zijn recentelijk op cd-rom uitgegeven.
[Home]