Middeleeuwse dwangburchten van West-Friesland en Alkmaar |
[Home][Kaart][Introductie][English ][Burchten/kastelen chronologie][Overige objecten][Artikelen][Pre-Hollandse periode][Gegevens- en bronnen] |
[Terug naar inhoud chronologie] [Home] |
De houten palissaden aan de zuidzijde van het kasteel die het gebouw met de oostelijke hoektoren verbinden, zijn een vervanginging vanwege het ontbreken van de stenen weermuur aldaar. Deze muur is aan het einde van de 16de eeuw afgebroken, zoals dat is te zien op de kaart van Paulus Utenwael uit 1599, maar beter op een kaart van Boxhorn uit 1642 (zie vorige pagina 17de eeuw). Deze palissaden-wand is eveneens op een tekening van Roghman te zien als een plankenwand, die tevens voorlangs het oostelijke woonvertrek doorloopt. Op latere tekeningen, met name die van Cornelis Pronk (18de eeuw) ziet men dat er kennelijk een stenen muur is gemetseld, die koud aansluit aan het woonvertrek.
Detail van de tekening van Roelant Roghman (1647). Palissadewand, gezien vanuit de zuidzijde van het kasteel. (Ontleend aan: H.W.M. van der Wyck: De kasteeltekeningen van Roelant Roghman 1, nr. 120) |
Idem van Roelant Roghman (1647). Palissadewand, gezien vanaf de noordzijde van het kasteel. (Ontleend aan: H.W.M. van der Wyck: De kasteeltekeningen van Roelant Roghman 1, nr. 121) |
Idem van een tekening van C. Pronk, ca. 1750. Stenen muur, gezien vanuit de zuidzijde van het kasteel. Beeldbank Noord-Holllands Archief HlmNHA_359_2080 | Idem van een tekening van C. de Kruyff, ca 1800. Stenen muur, gezien vanuit de oostzijde van het kasteel. Op deze tekening zijn steunberen of stutten te zien. Beeldbank Noord-Hollands archief. |
Het kasteel van Medemblik viel zwaar ten prooi aan intredend verval. Het vredelievende gebruik als Oosterkerk werd in 1734 gestopt. Tot in de 19e eeuw werd de grote zaal van het kasteel in gebruik genomen door de krijgsraad van de schutterij. Officieren van de schutterij hielden in het slot bovendien hun bijeenkomsten.
Er is een opvallend detail op te merken als men de toestand van het slot in de 18de eeuw vergelijkt met die van de 17de eeuw. De kantelen aan de noordzijde van het woongedeelte van het slot, die op 17de-eeuwse prenten goed zichtbaar zijn, blijken in de 18de eeuw te zijn weggewerkt (zie de afbeeldingen hieronder). Hiermee kan men concluderen dat er groot onderhoud heeft plaatsgevonden, doch de periode waarin dit is gebeurd, is niet een-twee-drie te achterhalen. Het zou zomaar kunnen zijn dat dit onderhoud ten tijde plaatsvond toen de vierkante toren aan de westzijde van het slot tot klokkentoren werd opgehoogd. Dit zou dan na 1661 zijn, het jaar van de eerste kerkdienst. De klokkentoren werd pas, tijdens de eerst grote restauratie, aan het einde van de 19de eeuw weer naar zijn oorspronkelijke proporties teruggebracht.
In de onderste afbeelding is er een ernstig verval van de twee zuidelijke torens te zien, dat geldt voor de zuidwestelijke toren ('Bottelarij'-toren) en zuidoostelijke toren ('Gevangenistoren').
Hendrik Spilman (1721-1784) naar Cornelis Pronk (1691-1759): 't SLOT te MEDENBLIK, van de Noordzyde (1726). |
Hendrik Spilman (1721-1784) naar Cornelis Pronk (1691-1759): 't SLOT te MEDENBLIK, van de Oostzyde (1726). |
Hendrik Spilman (1721-1784) naar Cornelis Pronk (1691-1759): 't SLOT te MEDENBLIK, van de Zuidzyde 1726). (Afbeeldingen 1,2 en 3: Uit Verheerljkt Nederland of Kabinet van hedendaagsche gezigten (1745-1774). Facsimile 1964. Europese Bibliotheek, Zaltbommel). |
Langzamerhand begint het ooit zo glorieuze slot verder te vervallen. De tand des tijds begint zijn sporen achter te laten, waardoor het kasteel langzamerhand een ruïne begint te verworden.
Geraadpleegde bronnen en literatuur:
(Lit. 5, J.W. Groesbeek, p. 302)
(Lit. 92, C.J Gonnet, p. 10, 11)