Middeleeuwse dwangburchten van West-Friesland en Alkmaar |
[Home][Kaart][Introductie][English ][Burchten/kastelen chronologie][Overige objecten][Artikelen][Pre-Hollandse periode][Gegevens- en bronnen] |
[Terug naar inhoud artikelen] [Home] |
LOCATIE 1.
De veronderstelling dat het kasteel ter hoogte van de huidige camping het 't Hof, aan het einde van de Zuideruitwegm zou hebben gestaan, is niet zo vreemd. In eerste instantie wordt dit ondersteund op basis van de toponiem van het voormalige Hofland1. In tweede instantie, omdat deze plek zich op een hoge zandrug (kreekrug) bevindt, waarop ook Wijdenes is gebouwd.
In ca. 1963 heeft de kastelenarcheoloog prof. Renaud van de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB), op deze plek, grondboringen laten doen. Deze liet hij op de onderlinge afstanden van 1 meter verrichten. De boringen die werden verricht stuitten nergens op oude funderingen.
Het getypte verslag van prof. Renaud van de ROB uit ca. 1963, van de grondboringen bij het Hof. (Afkomstig van het Gemeentearchief van Wijdenes. Met dank aan Piet Boon van het West-Fries Archief, Hoorn) |
Een ander onderzoek heeft plaatsgevonden door het archeologisch adviesbureau RAAP, zoals blijkt uit het 1996 daterende rapport (Lit. 89).
Op basis van een kaart van Johannes Dou, die aanvankelijk was toegeschreven aan Pieter van der Meersche2 zouden de resten van het kasteel zich op het terrein kunnen bevinden, waar twee stolpboerderijen staan. De door RAAP uitgevoerde weerstandsmetingen van bodem aldaar, hebben overigens geen fundamenten of sporen van een slotgracht kunnen aantonen. Een tweede veldonderzoek in 2007, waarbij boor- en graafonderzoek werd uitgevoerd op de locatie aan de andere zijde van de Zuideruitweg, leverde eveneens geen gunstig resultaat op. (Lit. 223)(Tevens mededeling van Michiel Bartels, Archeologie Hoorn/West-Friesland aan Ben Dijkhuis d.d. 17-06-2011)
Een deel van het terrein van de camping 'Het Hof' tussen twee stolpboerderijen (waarvan één de 17e eeuwse boerderij 't Hof is). De rood omlijnde delen zijn de plaatsen, waar RAAP in 1996 metingen heeft verricht. Het zuidelijke deel bestond destijds uit een graslandje. (Google-maps. Afbeelding Ben Dijkhuis) |
Beeldcitaat: Overzichtsfoto van Camping 'Het Hof' te Wijdenes, ca. 1970. Zuid is boven. Boven de West-Friese omringdijk met daarachter het Markermeer. 1. Plaats van RAAP-metingen en de boringen van Renaud/ROB 2. Plaats van de boringen van Dijkhuis/Ooijevaar en AW Suyder-Cogge 3. De 17e eeuwse boerderij 'Het Hof' 4. Latere boringen van RAAP in 2007 (Amsterdam, Aviafoto) |
Bovenstaande prentbriefkaart uit ca. 1970, toont een luchtfoto van camping 'Het Hof' en een stukje land ten westen en ten oosten daarvan (noord is onder). In het weiland westelijk (rechts op de foto, bij nr. 2) is een merkwaardige verkleuring met een bepaalde structuur zichtbaar.
Door nadere bestudering, vonden auteurs aanleiding om te veronderstellen, dat we hier mogelijk te doen hadden met een aanwijzing van eventuele sporen van bouwresten.
Op 24 maart 2007, hebben de auteurs in samenwerking met enkele leden van de archeologische werkgroep van de historische vereniging Suyder-Cogge, boringen verricht op het betreffende terrein. Op punten met een onderlinge afstand van 10 m, alsmede op enkele punten direct naast sloot aan de campingzijde, zijn er boormonsters genomen. Het resultaat was een algemeen beeld dat onder de bouwvoor (teellaag) van ca. 40 cm, direct de zandlaag van de aanwezige kreekrug naar boven kwam. Met uitzondering van een minimaal brokje gele steen bleek de bodem geheel 'schoon' te zijn. Met andere woorden er waren geen sporen van bebouwingsresten of andere menselijke aktiviteit aangetroffen. (Klik hier voor een verslag).
Ondanks het veelbelovende vooruitzicht, is hierbij aangetoond dat voorzichtigheid geboden is bij het interpreteren van zo'n kleurverschil. Het bleek dus uiteindelijk om een een artefact3 op de foto te zijn.
Dat het kasteel zich ter hoogte van 't Hof bevond, wordt steeds onwaarschijnlijker. Er zijn op zeker vier verschillende plaatsen metingen en boringen uitgevoerd met een negatief resultaat. Indien de toponiem Hofland of Hofweide verband houdt met het kasteel, wordt het steeds aannemelijker dat we de restanten van het slot moeten zoeken op de bodem van het Markermeer (positie 2).
Lees meer hierover in het artikel van Ben Dijkhuis en Bernd Ooijevaar Reconstructie van de positie en omvang van het Hofland te Wijdenes
[Inhoud]
In dit verband deze locatie, had ik een persoonlijke correspondentie met dhr. J. van Lunsen (6 januari 2010), voormalig lid van de Archeologische Werkgroep Nederland en veld-medewerker van de afdeling Schagen. Dhr. van Lunsen refereert hierin regelmatig naar het werk van dhr. P.J. Ente. Samengevat meldde hij mij het volgende:
Nog zeer geregeld zoek ik naar locaties in de kop van Noord-Holland waar intensieve bewoning zou zijn geweest tussen 1100-1400. Dwz plaatsen waar veel aardewerk/bot etc. is te vinden uit deze periode. Ik maak daarbij gebruik van o.a een zeer gedetailleerde bodemkarterings-kaart van P.J. Ente uit 1963 (m.b.t tot oostelijk West-Friesland). Dhr. P.J. Ente heeft hier destijd ook een zeer uitgebreid boekje over uitgegeven en heeft een aantal jaar in oostelijk West-Friesland rondgelopen.
Een bepaald punt lag zelfs tot aan de laatste verkaveling ca. 1 m boven NAP. Juist op deze locatie lag veel aardewerk uit de 13e en 14e eeuw, waaronder het Rijnse steengoed 1175-1250 (zie foto). Doch ook Siegburg (jacobakan en scherven) 1275-1350, verder nog ander aardewerk en kogelpot-scherven uit de 12e eeuw. Dit stukje terrein is vermoedelijk zelfs in deze periode, een kerkhof geweest. Nu gaat het niet om deze vondsten, maar om de wijze hoe er gebruik werd gemaakt van de zandruggen. Vaak is gebleken, dat bewoning niet midden op de zandrug maar aan de'zijkanten' of oevers gebeurde. Ook Nuwendoorn ligt op de rand van een zandrug, in ieder geval op een bepaalde samenstelling van grond. De hr. Ente beschrijft exact waarom. Het midden van een zandrug is meestal ongeschikt om op te bouwen, doordat het zand te licht is. Aan de zijkanten echter, onstaat er een mengsel van lagen waardoor je zwaarder zand krijgt. Zie het als stopzand of metselzand; in ieder geval vormt het een redelijke vaste laag door een mix met klei. De bouw van het kasteel in Wijdenes zal, naar mijn mening, dus ook aan de rand van de kreekrug zijn geweest, in ieder geval op een dergelijke laag. In hoeverre er gebruik is gemaakt van een al bestaande locatie, acht ik onwaarschijnlijk. De kastelen van Floris volgen een vast patroon. Vast staat dat in de vroege periode gebruik werd gemaakt van de hoger gelegen plekken. Denk daarbij aan de Viking-vondsten van Westerklief op Wieringen. Het verhaal binnen of buitendijks land moet men, ten aanzien van een eventuele locatie van kasteel Wijdenes, vergeten.
De huidige West-Friese dijk is van een later, en bevindt zich in veel gevallen niet op de exacte locatie van de oevers van vöör 1300. (Denk aand de verdwenen dorpen, zoals Etersheim etc.). De vondst van de twee 'muur'-restanten in het Markermeer duidt volgens mij op de locatie van het kasteel. Een eventuele kerk ligt daarvoor te ver van het kerkhof. Evenmin zou dit niet een vorm van bestrating kunnen zijn, omdat kloostermoppen daar doorgaans niet voor werden gebruikt. Nawoord Bernd Ooievaar: Het ligt inderdaad voor de hand dat we het kasteel in het Markermeer moeten zoeken maar helaas is het verloop van de kreekrug daar niet te volgen. Overigens gaat het 'kreekrug'-verhaal met betrekking tot de vroegste kerken lang niet altijd op, er zijn heel veel voorbeelden van kerken (en dorpsassen of Gouwen) die rond 1000-1200 ver van de rug af stonden. Het lijkt er een beetje op dat men pas in de 2e fase - in de loop van de middeleeuwen of na 1200 - al meer de droge geulrug op ging zoeken. |
Govert Oostwoud: Kaartfragment 'Nieuwe Kaarte van het Dyckgraafschap van Dregterland' (1775), waarop de positie van 'de Bult' mooi is weergegeven. (Collectie B. Ooijevaar.) |
Een fragment van een kaart uit de 'Brusselse Atlas' (1573) door Christiaan Sgrooten (1520-1604, geograaf in dienst van Filips II). Het toont 'de Neck' bij Schellinkhout, waarop, volgens J.C. Hooftman, mogelijk de positie van een klein kasteel staat aangegeven. (Bron: Jaques Hooftman, Historische Vereniging Suyder-Cogge) |
Voetnoten
1. Naast de naam Hofweide en Hofland, bevindt zich ten westen daarvan, onder aan de dijk, een buurtschap met de karakteristieke naam Kraaienburg, dat naar een een 18e eeuwse stolpboerderij met de naam Kraayenburg is vernoemd. Op zich is dit een opmerkelijke naam, gezien de geografische positie ervan met betrekking tot het verdwenen slot.
Kraayenburg, hier aangegeven op een detail van de kaart van Wijdenes uit de Gemeente Atlas van Nederland van J. Kuyper (1866) |
2. Hieronder een kaartfragment van een kaart van Johannes Dou uit 1655. Aanvankelijk was deze toegeschreven aan Pieter van der Meersche. De kaart toont een afgeschermd, mogelijk omgracht, gebied op de plaats van het Hofland, nader aangeduid met 'Huÿs te Wÿdenes'. Het is begrijpelijk dat deze opmerkelijke afbeelding heeft geleid tot het bodemonderzoek van RAAP in 1996.
3. Artefacten zijn effecten op een beeld of waarneming, die een bijzonderheid vertoont, dat achteraf onbewust is veroorzaakt door menselijk toedoen of een ander toevallig extern effect. Artefacten kunnen zeer storend zijn bij wetenschappelijk onderzoek, omdat men de neiging kan hebben om conclusies te trekken op basis van valse waarnemingen, waardoor men op het verkeerde been wordt gezet.
De bijgaande luchtfoto van Wijdenes (beeldcitaat), laat een structuur zien die zich kennelijk op de bodem van het Markermeer manifesteert. Mogelijk gaat het hier om reflecties binnen in het vliegtuig waarmee deze foto werd genomen. (Met dank aan Bernd Ooijevaar. De opname is van 02-04-1989 (15.15uur) en is afgedrukt in de fotoatlas van Noord-Holland, uitgave Robas op basis van de Topografische Dienst).
4. Opmerking auteurs: De Dregt was een natuurlijke veenrivier die van noord naar zuid liep met de uitmonding in zee nabij Schellinkhout. Het idee dat de Dregt iets met het kasteel te maken kan hebben gehad, is op zich niet zo gek. Het is gebleken dat alle dwangburchten van Floris V, een zodanige locatie hadden dat deze op een of andere manier, een directe verbinding met diverse waterwegen en/of een goede verbinding met de zee hadden. Overigens zien de auteurs, voor wat betreft het 'gebouwtje' op de 'Neck', daar geen kasteel in. Was het huis van Wijdenes echt minder belangrijk, zoals dhr. Hooftman veronderstelde? De mogelijkheid bestaat dat deze veronderstelling misschien wel de kern raakt, dat er een voorwaarde voor een snelle vernietiging was geschapen. Zie het artikel: Over de primaire bouwfase van de kastelen van Medemblik en Wijdenes. (Lit. 212)
Geraadpleegde bronnen en literatuur:
(Lit. 36, N. Lakeman, M. Franke)
(Lit. 53, J. Koeman)
(Lit. 64, L. Brandts Buys)
(Lit. 89, R.P. Exaltus, P.J. Orbons)
(Lit. 100, J.C. Hooftman)
(Lit. 101, J.C. Hooftman)
(Lit. 212, B.G. Dijkhuis, p. 16,17)
(Lit. 223, C.M. Sonius, K.M. van Beek)
De gebruikte kadastrale gegevens uit 1832 zijn ontleend van de voormalige website www.dewoonomgeving.nl, nu: beeldbank.cultureelerfgoed.nl